raadpleegt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • raad·pleegt

Werkwoord

vervoeging van
raadplegen

raadpleegt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raadplegen
    • Jij raadpleegt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raadplegen
    • Hij raadpleegt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van raadplegen
    • Raadpleegt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.