raadpleegde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • raad·pleeg·de

Werkwoord

vervoeging van
raadplegen

raadpleegde

  1. enkelvoud verleden tijd van raadplegen
    • Ik raadpleegde. 
    • Jij raadpleegde. 
    • Hij, zij, het raadpleegde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.