raadpleegde
Nederlands
Woordafbreking
- raad·pleeg·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
raadplegen |
raadpleegde
- enkelvoud verleden tijd van raadplegen
- Ik raadpleegde.
- Jij raadpleegde.
- Hij, zij, het raadpleegde.
- Ik raadpleegde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.