prielen

Niet te verwarren met: priëlen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  prielen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈprilə(n)/
Woordafbreking
  • prie·len
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

prielen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord priel
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.