pretendeert
Nederlands
Woordafbreking
- pre·ten·deert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pretenderen |
pretendeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pretenderen
- Jij pretendeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pretenderen
- Hij pretendeert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van pretenderen
- Pretendeert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.