pretendeerde
Nederlands
Woordafbreking
- pre·ten·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pretenderen |
pretendeerde
- enkelvoud verleden tijd van pretenderen
- Ik pretendeerde.
- Jij pretendeerde.
- Hij, zij, het pretendeerde.
- Ik pretendeerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.