precedeerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·ce·deer·de

Werkwoord

vervoeging van
precederen

precedeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van precederen
    • Ik precedeerde. 
    • Jij precedeerde. 
    • Hij, zij, het precedeerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.