piercen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  piercen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'pirsÉ™(n)/
Woordafbreking
  • pier·cen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
piercen
piercete
gepiercet
zwak -t volledig

Werkwoord

piercen

  1. overgankelijk het aanbrengen van voorwerpen door doorboring van de huid
    • Zijn wenkbrouwen waren gepiercet. 
Afgeleide begrippen


Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord piercen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.