permuteerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·mu·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
permuteren

permuteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van permuteren
    • Ik permuteerde. 
    • Jij permuteerde. 
    • Hij, zij, het permuteerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.