pennen
Nederlands
Woordafbreking
- pen·nen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘Bargoens: geslachtsgemeenschap hebben’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pennen |
pende |
gepend |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
pennen
- inergatief ijverig schrijven met een pen
- De leraar keek op om te zien of hij de volgende zin kon dicteren, maar de leerlingen zaten nog te pennen.
Hyponiemen
- afpennen, doorpennen, inpennen, neerpennen, overpennen, vastpennen
Gangbaarheid
- Het woord pennen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pennen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈpenən /
Woordafbreking
- pen·nen
Naar frequentie | 6826 |
---|
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈpenən /
Woordafbreking
- pen·nen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.