pauzeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pau·ze·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pauzeren
pauzeerde
gepauzeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

pauzeren

  1. inergatief een pauze houden
    • Zullen we even pauzeren? 
  1. inergatief even stoppen met een bezigheid
    • Hij pauzeert om zijn antwoord zorgvuldig te formuleren. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pauzeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.