overvleugelt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·vleu·gelt

Werkwoord

vervoeging van
overvleugelen

overvleugelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overvleugelen
    • Jij overvleugelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overvleugelen
    • Hij overvleugelt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van overvleugelen
    • Overvleugelt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.