overrijdt
Nederlands
Woordafbreking
- over·rijdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overrijden |
overrijdt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overrijden
- Jij overrijdt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overrijden
- Hij overrijdt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van overrijden
- Overrijdt!
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overrijden |
overrijdt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overrijden
- ... dat jij overrijdt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overrijden
- ... dat hij overrijdt.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.