overheersend
Nederlands
Woordafbreking
- over·heer·send
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overheersen |
overheersend
- onvoltooid deelwoord van overheersen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | overheersend | overheersender | overheersendst |
verbogen | overheersende | overheersendere | overheersendste |
partitief | overheersends | overheersenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
overheersend
- dominerend, heerszuchtig, de overhand hebbend, penetrerend
- De rode pepers waren te overheersend in het toch al heel scherpe gerecht.
- Hij was een overheersend type baas die niemand liet mee beslissen.
Gangbaarheid
- Het woord overheersend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overheersend' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.