orkestreerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·kes·treer·de

Werkwoord

vervoeging van
orkestreren

orkestreerde

  1. enkelvoud verleden tijd van orkestreren
    • Ik orkestreerde. 
    • Jij orkestreerde. 
    • Hij, zij, het orkestreerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.