optrommelden
Nederlands
Woordafbreking
- op·trom·mel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
optrommelen |
optrommelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van optrommelen
- ...dat wij optrommelden.
- ...dat jullie optrommelden.
- ...dat zij optrommelden.
- ...dat wij optrommelden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.