opgebruikten
Nederlands
Woordafbreking
- op·ge·bruik·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opgebruiken |
opgebruikten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opgebruiken
- ...dat wij opgebruikten.
- ...dat jullie opgebruikten.
- ...dat zij opgebruikten.
- ...dat wij opgebruikten.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.