ontplooit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·plooit

Werkwoord

vervoeging van
ontplooien

ontplooit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontplooien
    • Jij ontplooit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontplooien
    • Hij ontplooit. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van ontplooien
    • Ontplooit! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.