ontplooit
Nederlands
Woordafbreking
- ont·plooit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontplooien |
ontplooit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontplooien
- Jij ontplooit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontplooien
- Hij ontplooit.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van ontplooien
- Ontplooit!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.