ontgroent
Nederlands
Woordafbreking
- ont·groent
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontgroenen |
ontgroent
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontgroenen
- Jij ontgroent.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontgroenen
- Hij ontgroent.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van ontgroenen
- Ontgroent!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.