ontbost
Nederlands
Woordafbreking
- ont·bost
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van ontbossen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontbossen |
ontbost
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontbossen
- Jij ontbost.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontbossen
- Hij ontbost.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van ontbossen
- Ontbost!
- voltooid deelwoord van ontbossen
Gangbaarheid
- Het woord ontbost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontbost' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.