onnadenkend
Nederlands
Woordafbreking
- on·na·den·kend
Deelwoord
bevestigend deelwoord | ontkennend deelwoord | |
---|---|---|
onverbogen | nadenkend | onnadenkend |
verbogen | nadenkende | onnadenkende |
vervoeging van | ||
nadenken |
onnadenkend ontkenned deelwoord van nadenken
- attributief gebruikt zonder over iets na te denken, oppervlakkig, lichtzinnig
- Ze sprak op de onnadenkende wijze, die de jeugd eigen is.
- Je kwetst me met die onnadenkende opmerking.
- bijwoordelijk gebruikt
- Hij is onnadenkend en onkritisch te werk gegaan
Gangbaarheid
- Het woord onnadenkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onnadenkend' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.