ongestoord

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ge·stoord
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ongestoordongestoorderongestoordst
verbogen ongestoordeongestoordereongestoordste
partitief ongestoordsongestoorders-

Bijvoeglijk naamwoord

ongestoord

  1. niet onderbroken (door iets vervelends) dus lekker rustig
    • Hij kon ongestoord werken en maakte dus geen fouten. 

Gangbaarheid

  • Het woord ongestoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.