onderteken
Nederlands
Woordafbreking
- on·der·te·ken
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ondertekenen |
onderteken
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondertekenen
- Ik onderteken.
- gebiedende wijs van ondertekenen
- Onderteken!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondertekenen
- Onderteken je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.