onbevaren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·va·ren
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onbevarenonbevareneronbevarenst
verbogen onbevarenste
partitief onbevarensonbevareners-

Bijvoeglijk naamwoord

onbevaren [1]

  1. van een persoon dat deze niet vaart op een schip
    • De opbloei van de Rotterdamse haven aan het eind van de negentiende eeuw leidde tot grotere verscheidenheid in de opleiding. Ook „onbevaren jongelui” waren nu welkom. De „Beginselen der Gezondheids- en Verbandleer” werden bijgebracht en ook „telegraphie zonder draad” kwam in het lespakket. [2] 
  1. van een water dat er geen schepen op varen
Synoniemen
  • [2] onbevaarbaar
Uitdrukkingen en gezegden
  • met onbevaren volk is het slecht zeilen
met onervaren mensen kun je moeilijk samenwerken

Gangbaarheid

  • Het woord onbevaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.