omverschiet
Nederlands
Woordafbreking
- omĀ·verĀ·schiet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omverschieten |
omverschiet
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omverschieten
- ... dat ik omverschiet.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omverschieten
- ... dat jij omverschiet.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omverschieten
- ... dat hij omverschiet.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.