omstrengelt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • omĀ·strenĀ·gelt

Werkwoord

vervoeging van
omstrengelen

omstrengelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omstrengelen
    • Jij omstrengelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omstrengelen
    • Hij omstrengelt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van omstrengelen
    • Omstrengelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord omstrengelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.