omstrengelt
Nederlands
Woordafbreking
- omĀ·strenĀ·gelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omstrengelen |
omstrengelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omstrengelen
- Jij omstrengelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omstrengelen
- Hij omstrengelt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van omstrengelen
- Omstrengelt!
Gangbaarheid
- Het woord omstrengelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.