ommuurde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·muur·de

Deelwoord

ommuurde

  1. verbogen vorm van het voltooid deelwoord ommuurd van ommuren

Bijvoeglijk naamwoord

ommuurde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van ommuurd

Werkwoord

vervoeging van
ommuren

ommuurde

  1. enkelvoud verleden tijd van ommuren
    • Ik ommuurde. 
    • Jij ommuurde. 
    • Hij, zij, het ommuurde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.