omhangt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • omĀ·hangt

Werkwoord

vervoeging van
omhangen

omhangt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhangen
    • ... dat jij omhangt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhangen
    • ... dat hij omhangt. 
vervoeging van
omhangen

omhangt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhangen
    • Jij omhangt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhangen
    • Hij omhangt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van omhangen
    • Omhangt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.