negenhonderdentachtig
Nederlands
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
0 | 9 | 8 | 0 |
negenhonderdentachtig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- ne·gen·hon·derd·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van negenhonderd ht, en vw en tachtig ht
Hoofdtelwoord
negenhonderdentachtig
- "980", langere vorm van negenhonderdtachtig, negenhonderd plus tachtig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft negenhonderdentachtig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdentachtig.
Synoniemen
- negenhonderdtachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "negenhonderdentachtig" wordt zelden gebruikt)[1][2]
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- negenhonderdentachtigste
hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdentachtig" ht als linkerdeel
- negenhonderdentachtigduizend
Gangbaarheid
- Het woord 'negenhonderdentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Haeseryn, W. e.a. "7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden" in: Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) op website: ans.ruhosting.nl; onder 2 [2]; geraadpleegd 2018-12-06
- Tweeduizend zes / tweeduizend en zes op website Nederlandse Taalunie: taaladvies.net; geraadpleegd 2018-12-06
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.