neerligt
Nederlands
Woordafbreking
- neerĀ·ligt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
neerliggen |
neerligt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerliggen
- ... dat jij neerligt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerliggen
- ... dat hij neerligt.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.