nazareeërs

Niet te verwarren met: Nazareeërs

Nederlands

Uitspraak

Geluid: nazareeërs (hulp, bestand)
IPA: /nazaˈrejərs/

Woordafbreking

na·za·ree·ers

Woordherkomst en -opbouw

Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm) [1]

Zelfstandig naamwoord

nazareeërs mv

meervoud van het zelfstandig naamwoord nazareeër

Schrijfwijzen

nazareners, nazoreeërs

Verwijzingen

Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.