naturlig

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /nɑˈtʉːɾlɪ/
Woordafbreking
  • na·tur·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Noorse zelfstandige naamwoord natur met het achtervoegsel -lig.
Naar frequentie 2460
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud naturlig naturligere
mer naturlig
naturligst
mest naturlig
o enkelvoud naturlig
meervoud naturlige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
naturlige naturligere
mer naturlig
naturligste
mest naturlige

Bijvoeglijk naamwoord

naturlig

  1. natuurlijk, aangeboren, ongekunsteld
Afgeleide begrippen
  • naturligvis



Nynorsk

Bijvoeglijk naamwoord

naturlig

  1. verouderde spelling of vorm van naturleg van vóór 2012
(verouderd) onbepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van naturlig
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.