nagloeide
Nederlands
Woordafbreking
- na·gloei·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nagloeien |
nagloeide
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van nagloeien
- ... dat ik nagloeide.
- ... dat jij nagloeide.
- ... dat hij, zij, het nagloeide.
- ... dat ik nagloeide.
Gangbaarheid
- Het woord nagloeide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.