mousseert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mous·seert

Werkwoord

vervoeging van
mousseren

mousseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mousseren
    • Jij mousseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mousseren
    • Hij mousseert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van mousseren
    • Mousseert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.