moordend
Nederlands
Woordafbreking
- moor·dend
Werkwoord
vervoeging van |
---|
moorden |
moordend
- onvoltooid deelwoord van moorden
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | moordend | moordender | moordendst |
verbogen | moordende | moordendere | moordendste |
partitief | moordends | moordenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
moordend
- met opzet dodend, bloeddorstig
- (figuurlijk) heel erg, slopend, funest
- Het was die zomerdag moordend heet.
- Het is tekenend voor niet alleen de schoonmakers, maar voor veel meer werknemers in Nederland. Het systeem van aanbesteding zorgt voor een moordende concurrentieslag tussen bedrijven. Opdrachtgevers kijken alleen naar de prijs, niet naar kwaliteit. Zo ontstaat een race naar beneden, met werknemers als grote verliezers.[1]
Gangbaarheid
- Het woord moordend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'moordend' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Lucette Mascini 15 december 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.