mondain

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mon·dain
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘werelds’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen mondainmondainermondainst
verbogen mondainemondaineremondainste
partitief mondainsmondainers-

Bijvoeglijk naamwoord

mondain

  1. werelds, modieus, luxueus
    • De mondaine vrouw was niet snel tevreden, ondanks alle cadeaus die haar man voor haar kocht. 
    • In Monaco is er een heel mondaine sfeer. 

Gangbaarheid

  • Het woord mondain staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.