misrekent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·re·kent

Werkwoord

vervoeging van
misrekenen

misrekent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misrekenen
    • Jij misrekent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misrekenen
    • Hij misrekent. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van misrekenen
    • Misrekent! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.