misrekent
Nederlands
Woordafbreking
- mis·re·kent
Werkwoord
vervoeging van |
---|
misrekenen |
misrekent
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misrekenen
- Jij misrekent.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misrekenen
- Hij misrekent.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van misrekenen
- Misrekent!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.