mazoutjes

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  mazoutjes    (hulp, bestand)
  • IPA: / maˈzutjəs /
Woordafbreking
  • ma·zout·jes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

mazoutjes mv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord mazout
    • Antwerpen is best dichtbij. En de mazoutjes zijn er heerlijk. [1]
    • Maar er is iets dat ons Ieperlingen en Poperingenaars niet al te enthousiast kan stemmen. Het is de kwestie van de « mazoutjes ». [2]

Gangbaarheid
  • Het woord 'mazoutjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen
  1. Grünholz, E. geciteerd in Houben, G. Europese Gouden Schoen Edwin Grünholz blijft bij TLR Antwerpen (24 september 2003) op website Het belang van Limburg: hbvl.be; geraadpleegd 2018-09-26
  2. in: "Iepersch kroniekske. De « mazoutjes »" Het Ypersche nieuws jrg. 22 nr. 51 (10 april 1942); p. 2 kol. 2; geraadpleegd 2018-09-26
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.