maffioos
Nederlands
Woordafbreking
- maf·fi·oos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | maffioos | maffiozer | maffioost |
verbogen | maffioze | maffiozere | maffiooste |
partitief | maffioos | maffiozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
maffioos
- van, behorend tot of met dezelfde eigenschappen als de maffia
- Om de binnenlandse economie te stabiliseren nam het naziregime zijn toevlucht tot avontuurlijke financiële praktijken, die vaak onwettelijk waren, soms regelrecht misdadig, zoals de 'arisering' van Joodse vermogens. Goed voor de eigen economie was ook het besluit om de kosten voor het oprukkende leger door de bezette landen te laten opbrengen. Die kosten, soms op maffiose wijze 'bijdrage aan de militaire bescherming' genoemd, werden meestal vele malen hoger aangeslagen dan de reële kosten. Zo betaalde het Generalgouvernement Polen voor een leger van 400.000 man, terwijl er maar 80.000 man gelegerd waren. [1]
Gangbaarheid
- Het woord maffioos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'maffioos' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.