maffen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maffen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈmɑfə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈmɑfə(n)/
Woordafbreking
  • maf·fen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘slapen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1899 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
maffen
mafte
gemaft
zwak -t volledig

Werkwoord

maffen

  1. inergatief (informeel) in toestand verkeren waarbij de ademhaling dieper en trager verloopt, en de hartslag trager, en er minder energie wordt gebruikt
    • Hij is gister uit geweest en nu ligt hij nog te maffen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord maffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.