looi
Nederlands
Woordafbreking
- looi
Werkwoord
vervoeging van |
---|
looien |
looi
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van looien
- Ik looi.
- gebiedende wijs van looien
- Looi!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van looien
- Looi je?
Gangbaarheid
- Het woord looi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'looi' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.