kwispel
Nederlands
Woordafbreking
- kwis·pel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kwispelen |
kwispel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwispelen
- Ik kwispel.
- gebiedende wijs van kwispelen
- Kwispel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwispelen
- Kwispel je?
Gangbaarheid
- Het woord kwispel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.