kruiperig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krui·pe·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van kruipen met het achtervoegsel -erig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen kruiperigkruiperigerkruiperigst
verbogen kruiperigekruiperigerekruiperigste
partitief kruiperigskruiperigers-

Bijvoeglijk naamwoord

kruiperig

  1. onderdanig zijn ten op zichte van iemands meerdere
    • De kruiperige boekhouder durfde zijn baas er niet op te wijzen dat het bedrijf grote verliezen aan het lijden was. 
    • De kruiperige lakei zei altijd ja en amen tegen de koning. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord kruiperig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.