kribbelt
Nederlands
Woordafbreking
- kribĀ·belt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kribbelen |
kribbelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kribbelen
- Jij kribbelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kribbelen
- Hij kribbelt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van kribbelen
- Kribbelt!
Gangbaarheid
- Het woord kribbelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.