kniezen
Nederlands
Woordafbreking
- knie·zen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘overdreven treuren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1635 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kniezen |
kniesde |
gekniesd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
kniezen
- inergatief zich in sombere of wrokkige gedachten wentelen
- Hij kniesde daar enige tijd over, maar besloot zich er overheen te zetten.
Gangbaarheid
- Het woord kniezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kniezen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.