knetterend
Nederlands
Woordafbreking
- knet·te·rend
Werkwoord
vervoeging van |
---|
knetteren |
knetterend
- onvoltooid deelwoord van knetteren
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | knetterend | knetterender | knetterendst |
verbogen | knetterende | knetterendere | knetterendste |
partitief | knetterends | knetterenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
knetterend
- het scherpe, knappende, ploffende geluid dat lijkt op dat van brandend hout dat nog veel vocht bevat
- Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. Schoorsteenbrand is mogelijk de oorzaak. De vrouw des huizes hoorde rond kwart over elf een knetterend geluid en op dat moment kwamen de vlammen al uit het dak rond de schoorsteen. [1]
- De beelden van het vuurwerkfestival laten een ongecoördineerde bende zien. Grond- en luchtvuurwerk ontploffen tegelijk, knetterend geraas klinkt. [2]
- De man liep tussen het publiek op de Willemstraat in Hengelo. Politieagenten zagen enkele lichtflitsen en hoorden een knetterend geluid. [3]
Gangbaarheid
- Het woord knetterend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Tubantia Oldenzaal 09-03-11 Woonboerderij grotendeels bij brand verwoest
- Tubantia 07-11-11 Mislukte vuurwerkshow: al het vuurwerk ontploft in één keer
- Tubantia 09-02-13 Enschedeër (29) gepakt met stroomstootwapen op zak
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.