klonterde
Nederlands
Woordafbreking
- klon·ter·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
klonteren |
klonterde
- enkelvoud verleden tijd van klonteren
- Ik klonterde.
- Jij klonterde.
- Hij, zij, het klonterde.
- Ik klonterde.
Opmerkingen
- Door de betekenis ervan komt het werkwoord vrijwel alleen in de derde persoon voor.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.