kidnap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kid·nap
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘ontvoering’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1953 [1]

Werkwoord

vervoeging van
kidnappen

kidnap

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kidnappen
    • Ik kidnap. 
  2. gebiedende wijs van kidnappen
    • Kidnap! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kidnappen
    • Kidnap je? 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord kidnap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.