kentekent
Nederlands
Woordafbreking
- ken·te·kent
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kentekenen |
kentekent
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kentekenen
- Jij kentekent.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kentekenen
- Hij kentekent.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van kentekenen
- Kentekent!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.