kassen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kas·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kassen
kaste
gekast
zwak -t volledig

Werkwoord

kassen

  1. inergatief (scheepvaart) elkaar door op het water te slaan nat spatten
    • Hou op met kassen! 

Zelfstandig naamwoord

kassen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kas

Gangbaarheid

  • Het woord kassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.