karakterologen

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·rak·te·ro·lo·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

karakterologen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord karakteroloog
    • Hij (…) geeft bij de bespreking van de deugden en de fouten een aantal begripsbepalingen, die zeker niet minder scherp en geestig dan die van la Bruyère zijn en waaraan huidige karakterologen gerust een lesje kunnen nemen. [1]
    • Om al deze redenen hebben vele karakterologen de toevlucht genomen tot de Pathologie. [2]

Gangbaarheid
  • Het woord 'karakterologen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen
  1. Jolles, A. "De facetie van Guido Cavalcanti. (Renaissance-spaanders.)" in: De Gids. jrg. 85 deel 3 (1921) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam; p. 239; geraadpleegd 2018-10-13
  2. Los, S.O. Beginselen van de karakterkunde (1915) J.L. van Schaik, Pretoria; p. 7; (oudste vindplaats op Delpher) geraadpleegd 2018-10-13
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.